Infraroodpanelen zijn aan de achterkant voorzien van isolatiemateriaal, zodat de straling vooral aan de voorzijde wordt uitgezonden. De warmte concentreert zich dan ook vooral aan de voorzijde van het paneel. Aan de achterzijde zullen de panelen maximaal zo’n 40 – 45 graden worden. Om te voorkomen dat deze warmte zich kan ophopen, worden de panelen altijd op beugels gemonteerd. Hierdoor kan er lucht stromen langs de achterzijde van het paneel die de ontstane warmte kan afvoeren. Door de lage temperatuur aan de achterzijde zijn infrarood panelen geschikt voor alle soorten plafonds. Bovendien zijn onze panelen uitgevoerd met een oververhittingsbeveiliging.